Text
Foto: David Paavig, 2010

De dynamiek van deze massage vereist, dat men bij de eerste behandeling alleen de benen en de ondere rug (stuitbeen) masseert, bij de tweede behandeling uitsluitend rug en armen. Op deze manier wisselt men in verloop der verdere behandelingen af tussen „beenmassage" en „rugmassagen" af.
De beenmassage betoont de stroom van de voeten naar boven. De rugmassage vordert de stroom van het hoofd naar beneden.
In de taille ligt dus een onzichtbare grens voor de handen van de masseur, maar de werking der behandeling stroomt ook door tot de niet-gemasseerde lichaamsdelen.
Dr. Pressels woorden over deze indeling: „Als men van twee kanten tegelijk in een buis blaast staat alles stil!" Een wezenlijke impuls van deze massage is juist, een stroom in beweging te zetten en de in elk mens aanwezige innerlijke energie tot vrijere stroming aan te leiden, naar boven, naar beneden, tussen voeten en hoofd. Deze zelf-genezende kracht kan heel verschillend ondervonden worden,b. v. als warmte (de doorbloeding wordt beter ), als een lichter worden, als ontspanning (in de spieren), als vermoeidheid (wanneer ballaststoffen uitgescheiden worden) als initiatief-kracht of als lichtere stemming in de ziel, als muziek of aanwezigheid voor de geest.